Bron: Wikipedia. Pagina's: 40. Hoofdstukken: Centrale bank, Rente, Geldmarkt, Wettelijke rente, Europese Centrale Bank, Kwantitatieve versoepeling, Annuiteit, Fractional-reserve banking, Rente- en valutamanagement, Federal Reserve, Bank for International Settlements, Effectieve rente, Contante waarde, Bank van Japan, Woekeraar, Heffingsrente, De Nederlandsche Bank, Bank of England, Riba, Nationale Bank van Belgie, Enkelvoudige interest, Notionele interestaftrek, Deutsche Bundesbank, Tiercering, Centrale Bank van Suriname, Basispunt, Bank van Israel, Banco de Mexico, Maatschappelijke geldhoeveelheid, Bestedingsinflatie, Bangko Sentral ng Pilipinas, Carry trade, Liquiditeitspreferentie, Reflatie, Banco Central do Brasil, Phillipscurve, Bank of Canada, Marginale beleningsrente, Banca d'Italia, Kroatische Nationale Bank, Deflatoire maatregelen, Open markt operaties, Sveriges Riksbank, Desinflatie, Banco Central de Sao Tome e Principe, Nominale rente, Turkiye Cumhuriyet Merkez Bankas, Nationale Roemeense Bank, Aangroeipremie, Rentemarge, Prijsstabiliteit, Rentespook, Basisrente. Uittreksel: Kwantitatieve versoepeling (in het Engelse financiele jargon aangeduid als quantitative easing) is vergroting van de geldvoorraad door een centrale bank door middel van de aankoop van effecten zoals staatsobligaties. Bij een (dreigende) recessie probeert de centrale bank de economie te stimuleren door renteverlaging. Leningen worden hierdoor goedkoper waardoor burgers en bedrijven meestal meer besteden. In geval van sterk oplopende werkloosheid en dalende prijzen werkt dit echter aanmerkelijk minder. Dit is ook het geval naarmate de officiele rentetarieven lager worden, of zelfs tot nagenoeg nul dalen. Ongeacht de rentestand zullen dan geen (grote) leningen worden afgesloten en zullen dure aankopen worden uitgesteld. Verdere renteverlagingen of zelfs een rentestand van nul leiden dan niet tot toename van economische activiteiten en een afnemende vraag leidt tot verdere prijsdalin...