Bron: Wikipedia. Pagina's: 66. Hoofdstukken: Oorzakelijkheid, Ziel, Niets, Dualisme, Was ist Metaphysik?, Waarheid, Shankara, Teleologie, Hermeneutiek, Barry Long, Oerstof, Reductionisme, Relativisme, Categorie, Nous, Ockhams scheermes, Zijn, Werkelijkheid, Dasein, Zijnsorde, Transcendentie, Logos, Attribuut, Procesfilosofie, Platonisme, Illusie, Ding an sich, Monadologie, Idee, Objectivisme, Zijnde, Entiteit, Zingeving, Occulte wetenschappen, Bestaan, Biofoton, Ether, Ideaal, Causa sui, Solipsisme, Universalia, Instantiatie, Substantie, Axis mundi, 'Patafysica, Het Absolute, Causa finalis, Zelfkennis, Regressie-probleem, Leegte, Intellectus agens, Omegapunt, Zin van het leven, Modus, Subject, Monade, Lichaam-geestprobleem, Occasionalisme, Panpsychisme, Perspectivisme, Secundaire eigenschap, Alwetendheid, Methexis, Non-dualisme, Interne causaliteit, Essentie, Subject-objectscheiding, Kwintessens, Differance, Wesensschau, Ontologisch maximalisme. Uittreksel: Was ist Metaphysik? (Ned: Wat is metafysica?) is de titel van de inaugurele rede die Martin Heidegger op 24 juli 1929 hield aan de Universiteit van Freiburg. Hij nam er de leerstoel van Edmund Husserl over. Heidegger definieert in deze rede de mens als het wezen dat in de metafysica naar het geheel vraagt. Hij gaat in op de relatie tussen filosofie en wetenschap en vraagt zich daarbij af hoe beide disciplines zich tot het Niets verhouden. Zijn conclusie is dat alleen het Niets de "kernvraag" van de filosofie en dus ook van de wetenschap bepaalt: "Warum ist uberhaupt Seiendes und nicht vielmehr Nichts?" (Waarom is er iets en niet veeleer Niets?). Omdat de logica ongeschikt blijkt om het Niets te begrijpen, kan zij volgens Heidegger niet als centrale methode van de metafysica dienen. De oratie markeert een belangrijke overgang van het denken uit "Sein und Zeit" naar Heideggers latere werk. Het belang van deze tekst blijkt onder meer uit het feit dat Heidegger achteraf in 1943 een nawoord en in 1949 een inleidin...