Bron: Wikipedia. Pagina's: 30. Hoofdstukken: Koopzondag, Mededingingsautoriteit, Verzorgingsstaat, Kapitalisme, Corporatisme, Staatskapitalisme, Distributiebon, Mededingingsrecht, Subsidie, Minimumloon, Gemeenschappelijk landbouwbeleid, Marktsocialisme, Centraal geleide economie, Recht op arbeid, Beschermde oorsprongsbenaming, Washington Consensus, Marktfalen, Pervers effect, Protectionisme, Profijtbeginsel, Vrijhandelszone, Autarkie, Gemengde economie, Verborgen werkloosheid, Loonmatiging, Speciale Economische Zone, Liberalisering, Economische democratie, Gedwongen winkelnering, Maatstafconcurrentie, Draagkrachtbeginsel, Anticyclische begrotingspolitiek, Green New Deal, Patentlijst, Zwarte Economische Bemachtiging, Minimumprijs, Gemeenschapsgeld, Lastenverlichting, Maximumprijs, Invoerquota, Distributiekantoor, Certificatie-instelling, Prohibitie, Duurzaam, Expansiebeleid. Uittreksel: Een koopzondag (ook: winkelzondag) is een zondag waarop winkels geopend mogen zijn. De term 'koopzondag' komt zodoende alleen voor in landen waar winkels niet onbeperkt op zondag open mogen zijn. In Nederland geeft de Winkeltijdenwet uit 1996 het kader: Deze laatste bepaling was op uitdrukkelijk verzoek van de PvdA ingebracht. De koopzondagen zijn ingevoerd ten tijde van de paarse kabinetten door de D66-minister van Economische Zaken Hans Wijers. Dit was het eerste naoorlogse kabinet zonder een christelijke partij. Tegen de komst van de koopzondag is veel protest uit de hoek van de christenen en een deel van de kleine zelfstandigen. Uiteindelijk is besloten dat gemeenten zelf kunnen beslissen over het al dan niet invoeren van een koopzondag. Op verzoek van ChristenUnie en SGP is het tevens bij wet geregeld dat werknemers met gewetensbezwaren het recht hebben om werk op zondag te weigeren. Het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet kent een aantal situaties waarin het op (bepaalde) zondagen toegestaan is (bepaalde) producten te verkopen. Hieronder vallen bijvoorbeeld: Referendum ove...