Bron: Wikipedia. Pagina's: 24. Hoofdstukken: Prins-bisschop van Utrecht, Slag bij Ane, Lijst van bisschoppen en aartsbisschoppen van Utrecht, Jan van Arkel, David van Bourgondie, Oversticht, Nederrijns-Westfaalse Kreits, Sallandse landweer, Wilbrand van Oldenburg, Filips van Bourgondie-Blaton, Floris van Wevelinkhoven, Koenraad van Zwaben, Adelbold II, Godebald, Jan van Nassau, Arnold van Horne, Gwijde van Avesnes, Hendrik van Beieren, Heerlijkheid Utrecht, Rudolf van Diepholt, Otto van Lippe, Frederik van Baden, Bernold, Frederik van Blankenheim, Nicolaas Capocci, Walraven van Meurs, Jan van Diest, Dirk van Are, Zweder van Culemborg, Gijsbrecht van Brederode, Hendrik van Vianden, Jan van Sierck, Jan van Virneburg, Willem van Gelre, Dirk van Holland, Boudewijn van Holland, Arnold van Isenburg, Willem Berthout van Mechelen, Andries van Cuijk, Godfried van Rhenen, Frederik van Sierck, Hartbert van Bierum, Jacob van Oudshoorn, Otto van Holland, Burchard van Lechsgemund, Herman van Horne, Otto van Gelre, Gozewijn van Randerath, Nedersticht. Uittreksel: Over de eerste bisschoppen van Utrecht bestaat weinig zekerheid. Willibrord zetelde te Utrecht als aartsbisschop der Friezen, maar een georganiseerd bisdom Utrecht schijnt pas sinds Alberik I (circa 776) te hebben bestaan. In 795 werd het bisdom Utrecht suffragaanbisdom van het aartsbisdom Keulen, en daarmee was de kerkelijke indeling van de Noordelijke Nederlanden voor eeuwen vastgelegd. Vanaf de achtste eeuw kregen de bisschoppen van Utrecht steeds meer wereldlijke macht doordat zij gebieden in leen kregen van de Duitse keizer. In 1024 verwierf Adelbold II de grafelijke rechten over Drenthe, waardoor de bisschoppen vorsten werden binnen het Heilige Roomse Rijk. Hun wereldlijke gebied, het Sticht Utrecht, viel uiteindelijk grofweg samen met de huidige provincies Utrecht, Overijssel en Drenthe. Van 1423 tot 1448 deed zich het Utrechts Schisma voor, waardoor er feitelijk twee bisschoppen tegelijk waren. In 1528 werd he...