Boek kunnen talrijke typefouten, ontbrekende tekst, afbeeldingen of index. Kopers kunnen een gratis gescande kopie van het originele boek (zonder typefouten) van de uitgever. 1848. Niet afgebeeld. Uittreksel: ... algemeene prijs van het tin door het Gouvernement, bij art. 37, vastgesteld op / 13-50 de pikol van 125 Amsterdamsche ponden. De schuitjes moeten zijn: gemerkt met de initiale van het distrikt (art. 38). De Europesche administrateurs bekomen thans, boven hun traktement, eene zekere remuneratie voor elken pikol tin, welke hun distrikt oplevert. De prijzen van de aan de mijnwerkers te verstrekken artikelen zijn, volgens bepaling van art. 37 van evengenoemd reglement, als volgt: Een pikol rijst f 5------ (gerekend op 41 y kan a --80)---50 (per Nederl. pond / 1--) De Orang-Goenoong (bergbewoners) zijn verpligt, het door hen gegraven tin in de gouvernements pakhuizen te leveren, waarvoor aan hen betaald wordt 13-50 de pikol, waarvan %7 gedeelte of f 2-50 voor hunne opperhoofden wordt afgehouden, zoodat de werkman 2%-, of 11-- voor den pikol voor hem zelven ontvangt. De opbrengst van tin bedroeg in het jaar 1842 de aanzienlijke hoeveelheid van 69,127 pikols, welker waarde op ruim 33 tonnen gouds geschat wordt. In 1847 was de gemiddelde verkoopwaarde aan de Nederlandsche markt 75 a 80 cents het Nederl. pond, en volgens de Nederlandtche. Staattcourant van zaturdag, den 6deu Mei 1848, no. 108 (bijvoegsel), had de tinleverantie op Bangka, gedurende het jaar 1847, het tot dus ver nimmer verkregen cijfer van 81,120 pikols afgeworpen. De grootste tot dus ver verkregene opbrengst was die van 1844, welke 69,526 pikols heeft bedragen. Het Bangka-tin wordt in Europa vooral tot het beleggen van spiegels gebruikt, en in China wordt het, in plaats van geld, tot inkoop der Chineschc goederen gebezigd. Volgens den Nederlandschen residentie-en 's Gravenhaagschen stads-almanak voor 1848 (aldaar bij de gebr. Belinfant...