Bron: Wikipedia. Pagina's: 31. Hoofdstukken: Nederlands-Nieuw-Guinea, Centraal Nieuw-Guinea Expeditie, Tweede Zuid Nieuw-Guinea Expeditie, Mimika-expeditie, Kabinetscrisis over het Nieuw-Guineabeleid, Eerste Zuid Nieuw-Guinea Expeditie, Militaire exploratie van Nieuw-Guinea, Derde Zuid Nieuw-Guinea Expeditie, Etna-expeditie, United Nations Temporary Executive Authority, Sterrengebergte-expeditie, Noord Nieuw-Guinea Expeditie, Irian Jaya, Nederlands-Nieuw-Guineese gulden, Obano-opstand, Morgenster, Tapiro, Slag bij Vlakke Hoek, Boven-Digoel, Pesegem, Nieuw-Guinea Raad, KLM Interinsulair Bedrijf, Papoea Vrijwilligers Korps, Westelijk Nieuw-Guinea, Kroonduif, Groote Oost, UNTEA-zegel, Carstensz-expeditie. Uittreksel: Nederlands-Nieuw-Guinea (nu de provincies Papoea (Pulau Irian) en West-Papoea van Indonesie) was van 1949 tot 1962 een overzees gebiedsdeel van Nederland. Voor die tijd maakte het deel uit van Nederlands-Indie; bij de overdracht van de soevereiniteit aan Indonesie behield Nederland Nieuw-Guinea. De motiveringen van de Nederlandse regering hiervoor wisselden herhaaldelijk. In ieder geval werd het Nederlandse beleid sterk bepaald door de houding van Nederland ten opzichte van Indonesie. Enerzijds wilde men Nieuw-Guinea gebruiken als Nederlandse invloedssfeer in de regio; anderzijds wilde men door Nieuw-Guinea te "ontwikkelen" en de Papoea-bevolking te emanciperen bewijzen dat Nederland als koloniale mogendheid niet had gefaald. Indonesie eiste Nieuw-Guinea op en het geschil over dit gebied droeg in belangrijke mate bij tot de snel verslechterende relatie tussen Nederland en Indonesie na de onafhankelijkheid van dat land. In 1962 droeg Nederland onder druk van de internationale gemeenschap en een dreigende oorlog met Indonesie Nieuw-Guinea de facto aan Indonesie over. Nederland eiste de soevereiniteit over Nieuw-Guinea binnen Nederlands-Indie op via zijn heerschappij over het sultanaat Tidore. Dit was een sultanaat op een Moluks eiland ten westen van Halm...