Bron: Wikipedia. Pagina's: 24. Hoofdstukken: Neomarxist, Zygmunt Bauman, Jurgen Habermas, Rosa Luxemburg, Antonio Gramsci, Antonio Negri, Slavoj i ek, Marcel Minnaert, Theodor Adorno, Joseph Dietzgen, Chris Harman, Georges Labica, Herbert Marcuse, Lud k Pachman, Gabriel Kolko, Louis Althusser, Karl Wittfogel, Erich Fromm, Ernst Bloch, Jenny von Westphalen, Rudolf Hilferding, Mihailo Markovi, August Bebel, Max Horkheimer, Paolo Virno, Georg Lukacs. Uittreksel: Zygmunt Bauman (Pozna, 19 november 1925) is een Pools-Britse socioloog en filosoof van Joodse komaf. In de jaren tachtig verwierf hij bekendheid met zijn boeken over moderniteit. Bauman was professor in de sociologie aan de Universiteit van Warschau, de Universiteit van Tel Aviv en de Universiteit van Leeds. Daarnaast was hij gastprofessor aan de Universiteit van Berkeley, de Yale-universiteit, in Canberra, St. John's en de Universiteit van Kopenhagen. Bauman wordt geboren uit een Joods gezin in Polen dat het joodse geloof echter niet praktiseert. Als in 1939 nazi-Duitsland Polen binnenvalt, vlucht het gezin naar de Sovjet-Unie. Bauman zal later dienen in het Poolse leger aan het einde van de Tweede Wereldoorlog en maakt de verdrijving van de nazi's mee. Na de oorlog studeert hij sociologie aan de Universiteit van Warschau. In 1954 gaat hij lesgeven aan dezelfde universiteit. In het kader van zijn functie bezoekt hij regelmatig het Westen. Tijdens een verblijf aan de London School of Economics bereidt hij zijn dissertatie voor met als onderwerp het Brits socialisme. Deze dissertatie wordt in 1959 gepubliceerd. Na zijn dissertatie heeft Bauman de smaak te pakken en publiceert hij vaker. Zijn eerste boek voor een breed publiek verschijnt in 1964: Sociology for everyday life. Bauman is in die tijd nog een overtuigd communist, maar zijn denkbeelden worden meer en meer liberaal. Hij wordt 'besmet' met het liberale denken door zijn bezoeken aan het Westen en de kennismaking met werken van Antonio Gramsci and G...