This historic book may have numerous typos and missing text. Purchasers can usually download a free scanned copy of the original book (without typos) from the publisher. Not indexed. Niet afgebeeld. 1897 edition. Uittreksel: ...den arme, om hem met een hoonend gebaar den rijke als de oorzaak zijner ellende aan te wijzen. Zij spreken tot den rijke in zijn eigen elegante taal: gij zijt schuld aan den verwildering daar beneden." Zij richten zich tot de jeugd en waarschuwen voor verslapping van het karakter; tot de ouders, wier taak niet volbracht is, zoodra de kinderen maar goed gedrild en aan hen gelijk gemaakt zijn, maar op wie de verplichting rust juist dat, wat oorspronkelijk en zelfstandig is, aan te kweeken. Zij prediken geen anarchie, maar cultuur, maar leggen er tevens den nadruk op, dat eene maatschappij, waar tusschen de standen zulke afstanden bestaan, waar de eene stand zoo genotziek, de andere zoo barbaarsch is, een ongeciviliseerde maatschappij verdient te heeten. Ziedaar wat Kielland te zeggen had. Toen hij dat gezegd had, zweeg hij. Maar is het eene zijde van het maatschappelijk leven, die Kielland bij voorkeur in het licht zijner satyre plaatst, men kan niet van hem zeggen, dat hij iedere gelegenheid aangrijpt, om zijn geliefkoosd stokpaard te berijden. Niet alleen weet hij zijne aanvallen te varieeren, maar er is ook in zijn denkbeelden ontwikkeling, zoodat hij aan het slot der periode, die wij thans overzien, als een ander man voor ons staat dan aan het begin. Stellen wij ons den jongen fabriekbezitter voor op zijn goed bij Stavanger. Uit een vermogende familie gesproten, door de natuur met geest en vlugheid begaafd, heeft hij eene opvoeding genoten, zoo zorgvuldig, als een zijner landgenooten ten deel valt. Maar de studie heeft hem niet voldaan; hij heeft meer zijn troost gezocht bij buitenlandsche poeten, die contrabande invoeren, dan op de colleges der juridische professoren. En de genoegens des..."