Geschiedenis Van Het Kerkelijke Leven Der Christenen Gedurende de Zes Eerste Eeuwen (2); D. de Openbare Eeredienst En Kerkelijke Zeden (English, Dutch, Paperback)

Boek kunnen talrijke typefouten, ontbrekende tekst, afbeeldingen of index. Kopers kunnen een gratis gescande kopie van het originele boek (zonder typefouten) van de uitgever. 1857. Niet afgebeeld. Uittreksel: ... HOOFDSTUK I. DE CHRISTELIJKE TR0UWPLEGTIGHEDEN. Het huwelijk, dat, reeds voor het ontstaan der christelijke kerk, bij alle beschaafde volken de grondslag en het behoedmiddel des ganschen gemeenschappelijken levens was, onderging onder den invloed des evangelies eene wijding, waardoor het tot heil des menschdoms eene hoogere beteekenis en bestemming verkreeg. Ofschoon de geest des christendoms erkende, dat zich de liefde van den mannelijken echtgenoot vooral in achting en voorkomende bescherming jegens de vrouw moet openbaren, en die van de vrouwelijke echtgenoot omgekeerd in vertrouwen en volgzame gehoorzaamheid jegens den man,1--hij kweekte echter in tegenoverstelling van de begrippen des joden-en heidendoms2 de vaste overtuiging dat, ten opzigte van de persoonlijkheid van beiden, aan de vrouw eene gelijke waardigheid moet toegekend worden als aan den man.3 Beiden immers waren als zondaren voorwerpen der zoekende liefde van den Zaligmaker geweest; beiden waren - medeerfgenamen van de genade des levens" geworden; zoo bestond er dan geen onderscheid tusschen man en vrouw, gelijk er voor Christus geen onderscheid tusschen Jood en Griek bestond; want beiden - waren in Christus een." Voor hen, die in deze overtuiging leefden, die zich gelijken met gelij 1) 1 Cor. XI. 7. 1 1'etr. III. 7. Eph. V. 24. 2) Ook bij Aristoteles heet het: xe?pov yw/ij Too dvdpos. 3) Gal. III. 28. 1 Petr. III. 7. ken erkenden, tot hetzelfde leven in de gemeenschap met God en met Christus geroepen, verkreeg de echt een ander aanzien, eene hoogere bedoeling. Herwas hun niet slechts eene uitwendige verbindtenis, waardoor hun aardsch leven alleen aan vreugde rijker werd en sommige zijner behoeften vervuld zag; het was hun niet enkel een burg...